De OWASP Top 10 is een overzicht van typen kwetsbaarheden die onder beveiligingsexperts worden gezien als het meest kritisch met betrekking tot webapplicaties. Het is geen kant-en-klare afvinklijst en dekt bovendien niet álle soorten kwetsbaarheden, maar biedt wel een goed zicht op deze complexe materie. Deze top 10 vormt daarmee een solide basis voor de door ons aangeboden beveiligingstests.
Authenticatiecontrole- en sessiebeheermechanismes worden vaak niet correct geïmplementeerd, waardoor aanvallers de identiteit van andere gebruikers aan kunnen nemen.
Het onjuist gebruik van cryptografie, zoals zwak sleutelbeheer en verouderde protocollen, kan de integriteit van gegevens in gevaar brengen, wat aanzienlijke gevolgen heeft voor de betrouwbaarheid van systemen. In de ergste gevallen kan dit leiden tot compromittering van het systeem.
Injectiekwetsbaarheden zoals SQL-, OS-commando- of LDAP-injectie, ontstaan wanneer niet-geverifieerde data door een hacker wordt verzonden als onderdeel van een commando of query. Deze data kan onbedoelde commando’s uitvoeren of ongeautoriseerde toegang tot gegevens verschaffen.
Om de veiligheid van applicaties te verbeteren, is er aandacht nodig voor het identificeren van bedreigingen, het gebruik van veilige ontwerppatronen en het volgen van referentiearchitecturen. Deze benadering stelt ontwikkelaars in staat om vanaf het begin beveiligingsmaatregelen eerder te integreren, waardoor applicaties resistenter worden tegen mogelijke aanvallen.
Goede beveiliging vereist een correcte configuratie die wordt afgestemd op de applicatie, frameworks, applicatieserver, webserver, databaseserver en platform. Beveiligingsinstellingen moeten worden gedefinieerd, geïmplementeerd en onderhouden omdat deze standaards vaak onveilig zijn. Daarnaast moet alle software up-to-date zijn.
Componenten zoals libraries, frameworks en andere software-modules draaien vaak met volledige autorisatie. Als een kwetsbaar onderdeel wordt geëxploiteerd kan dit tot dataverlies leiden of een overname van de server faciliteren. Componenten met reeds bekende kwetsbaarheden ondermijnen de beveiliging van de applicatie en faciliteren een scala aan mogelijke aanvallen.
Kwetsbaarheden in identificatie en authenticatie kunnen optreden wanneer functies die verband houden met de identiteit van een gebruiker, authenticatie of sessiebeheer niet correct zijn geïmplementeerd of onvoldoende zijn beschermd door een applicatie. Aanvallers kunnen identificatie- en authenticatiefouten mogelijk uitbuiten door implementatiefouten te misbruiken om tijdelijk of permanent andere gebruikersidentiteiten aan te nemen.
Het is van belang integriteit te controleren van software en gegevens, zoals bij deserialisatie, updaten van software of andere kritieke gegevens wat benadrukt dat integriteitscontroles essentieel zijn. Een succesvolle aanval op deze kwetsbaarheden kan leiden tot ongeautoriseerde toegang tot kritieke gegevens en het compromitteren van de algehele gegevensintegriteit.
Een tekort aan logging en monitoring kan aanvallers de tijd geven zich dieper in een systeem te nestelen en proberen zich permanent toegang te verschaffen. Gemiddeld wordt een lek pas na 200+ dagen gedetecteerd. Dit geeft aanvallers voldoende tijd om zelfs toegang te krijgen tot andere systemen en opgeslagen gegevens in te zien, wijzigen of zelfs te verwijderen.
SSRF (Server-Side Request Forgery) ontstaat wanneer een applicatie niet adequaat omgaat met de verwerking van externe verzoeken, waarbij een aanvaller de server kan misleiden om verzoeken naar interne resources te sturen. Dit kan leiden tot potentieel gevaarlijke situaties, zoals het benaderen van lokale bestanden, het verkrijgen van gevoelige informatie, of zelfs het aanvallen van interne systemen.